Ben je in de ZorgHerberg gaan werken om erover te schrijven?
‘Oh nee! Dat vragen wel meer mensen. Nee, het is anders gegaan. Ik had een heel drukke baan bij bol.com. Ik vloog van overleg naar interview en weer terug naar mijn bureau. Na zeven jaar was het genoeg. Ik ben toen plotseling tot stilstand gekomen. Mijn hoofd en lichaam zijn daar zo van geschrokken, dat ik klachten kreeg. Een gevoel van paniek. Wat nu?
Mijn huisarts bracht me op het idee van werken met mensen in hun laatste levensfase.’
Hoe was je eerste dag hier?
‘Die was intens. Er was een jonge man die dood zou gaan. De dokter ging hem helpen sterven. Zijn zoontje liep hier over de gang met een iPad. Hij kwam me om een suikerklontje vragen in de keuken. Dat is een beeld dat me bijblijft. Jij bent straks je vader kwijt, dacht ik. Maar voor hem bestond de dood nog niet. Die gedachte maakte me kalm.’
Waarom kalm?
‘De dood aan de ene kant, het leven aan de andere. Meer was er eventjes niet. Al die kleine dingen waar je je soms druk over maakt… wat zonde toch, dacht ik. Ik besefte hoe je je mee kunt laten slepen. Door je werk. Verwachtingen. Ambities. Hier in het hospice valt dat weg. Niemand heeft het over werk. En niemand zegt op zijn sterfbed: “Had ik maar wat harder gewerkt.”’
Waar gaat het wel over?
‘Uiteindelijk: over relaties. Verbinding. Er zijn voor anderen. Als mensen ergens spijt van hebben hier, dan is het vaak vanwege iemand die ze niet meer zien. Ruzies die ze niet hebben bijgelegd. Kinderen op wie ze boos gebleven zijn. Dat is leerzaam toch? Ik weet dat het sentimenteel klinkt, maar ik voel me dankbaar dat ik dit mag ervaren. Het geeft inzicht.’
Is er iets veranderd sinds de eerste keer?
‘Ja, het is een proces. In het begin voelde ik me bijvoorbeeld schuldig als ik weer naar huis ging. Ik ga terug naar mijn leven, dacht ik dan, zij blijven hier. Maar dat moet je loslaten. Stel je voor hoe het voor de vaste krachten zou zijn als ze het werk mee zouden nemen. Steeds die nabijheid, dat hou je niet vol.’
Heb je bepaalde favorieten?
‘Ja, Guusje is er een. Ze is al verschillende keren opgenomen. Elke keer denken de artsen dat ze doodgaat, en dan knapt ze weer op. Een heel eigenzinnig type, met een heleboel praatjes. Ze wil geen pastinaak-peersoep, of pompoen. En niets dat met de staafmixer is gemaakt. “Wij zijn oude mensen Janneke,” roept ze dan, “wij willen alleen heldere soep!” Visite wil ze ook niet. “Nee hoor,” zegt ze, “die zitten maar te huilen aan je bed.”’
Dus het is hier niet altijd een treurige boel?
‘Zeker niet. Het is moeilijk als mensen veel pijn hebben. Als ze benauwd zijn of moeten overgeven. Als ze huilen van verdriet. Of helemaal niets meer kunnen. Maar er is ook vrolijkheid. Gewoon alledaagse grapjes. En tevredenheid. Laatst was hier een oude man die kwam herstellen van een beenbreuk. Hij was tot dat moment actief geweest. In de ZorgHerberg kwam hij erachter dat hij zijn leven voltooid vond. Heel rustig, overtuigd. Het is goed zo, straalde hij uit. Hij is vredig gestorven.’
Waar schrijf je allemaal over?
‘Ontmoetingen, gesprekken, dingen die me opvallen en raken. Grappige dingen, ontroerende dingen. De ZorgHerberg in Willem Drees Oostpoort is een wereld op zich. Een grote inspiratie. Overigens gebruik ik natuurlijk geen echte namen.’
Hoe reageren mensen?
‘In de Libelle positief, in de ZorgHerberg soms ook wat angstig. Wat gaat ze allemaal schrijven? Dat is tot nu toe steeds goed gekomen. Het mooiste compliment kreeg ik van een van de vrouwen die helpen in de keuken. Haar moeder had gevraagd of het wel goed met me ging. Ze had mijn stukje in de Libelle niet kunnen vinden.’
Janneke Siebelink is een dochter van de bekende schrijver Jan Siebelink. Zelf heeft ze sinds enkele jaren ook het literaire pad betreden. Haar eerste roman 'Soms sneeuwt het in april' verschijnt maart 2022. Janneke werkt ook voor de CPNB (van de Boekenweek). Boeken zijn haar grote liefde.
Word ook vrijwilliger bij de ZorgHerberg in Willem Drees Oostpoort.
Mail naar: vrijwilligerinzorgherbergoostpoort@amstelring.nl