Welkom bij de blog!
En zo zit je ineens aan tafel bij een talkshow op Nederlandse televisie. De aanleiding is het artikel in de krant waar ik aan deel heb genomen. Het item over de crisis in de wijkverpleging, is deze week ook uitgebreid aan bod gekomen in de krant. Het is bijzonder spannend en een leuke ervaring om hier te zitten. Samen met mijn ‘baas” Inge zit ik aan tafel. We hebben de punten die we graag op tafel willen, van te voren besproken. Helaas hebben we maar 12 minuten, tijd die wij delen met mantelzorger en een politica.
Het is een gezellige drukte in de tv studio,alle overige gasten druppelen langzaam binnen, we krijgen wat te eten en te drinken en dan ga ik in de visagie. Een flinke laag make up, ik lijk wel 10 jaar jonger, geen rimpel meer te zien! Wanneer de regisseur Kevin bij ons komt zitten, gaat de voorbereiding beginnen. Wat is de bedoeling, wie komt er aan het woord en wanneer. Strakke planning voor opname van de live show.
Dan is het zover en gaan we de studio in, we zijn bij het tweede item aan de beurt. Ik voel me licht gespannen, maar vol goede energie. wanneer we aan de beurt zijn benoem ik allereerst hoe fantastische baan ik heb. Ik probeer de zorgvragen nog te benoemen en de taken die ik heb. Maar helaas kan ik niet alles op tafel krijgen wat ik graag zou willen. Inge vertelt over de urgentie van de wijkverpleging en dat wij maar 10% van de gelden krijgen, de uitstroom van 65 plussers en de krapte op de arbeidsmarkt.
Hoe krijgen wij het vak van (wijk) verpleegkundige nou toch beter op de kaart?
Dat is de grote vraag. Het is het mooiste beroep wat er is. Elke dag het verschil maken , in de vaak kwetsbaarste periode van iemands leven. De cliënt en de mantelzorger ondersteunen om het leven leuk te houden. Iemand weer een richting in krijgen na een zware operatie. Chemotherapie thuis, zodat cliënten niet naar het ziekenhuis hoeft. Weer zelfstandig worden na bijvoorbeeld een val . Of het zelf leren zorgen voor een aangelegd stoma. Omgaan met je diabetes, of ondersteunen in de laatste levensfase. In de wijk gebeurd het allemaal.
Het is nooit saai, elke dag is anders, je helpt ook de toekomstige zorgprofessionals bij het leren en uitvoeren van dit mooie vak. Ik zeg tegen al mijn collega's, schreeuw het uit, hoe mooi dit vak is. Pak je verantwoording en maak gebruik van je professionele autonomie.
En als de politiek dan gaat zorgen voor de financiële waardering en de zorgverzekeraars, ons wat meer vertrouwen gaan geven, dan moeten er toch genoeg nieuwe collegas dit vakken willen beoefenen.
Lieve groet Mariëlle.
Het is vakantietijd, de leerlingen zijn op vakantie, twee collega's op vakantie, dus ons team bestaat op het moment uit drie personen. We helpen elkaar waar mogelijk maar het is pittig. Vandaag sta ik alleen in de wijk. Ik begin iets eerder omdat ik alle cliënten voor 13u wil hebben geholpen, want het is warm, heel warm.
Mijn eerste cliënt een dame van 88 met Alzheimer. Ze is dagelijks verdrietig en denkt elke dag dat de dementie net begonnen is, het is sneu. Het huis is wat rommelig en ze verontschuldigt zich. De huishoudelijke hulp heeft vakantie, er is geen vervanging. Dochter doet veel voor haar, boodschappen, praktische zaken, mee naar dokter etc. Maar naast haar eigen baan en haar ziek zijn heeft ze gewoon niet meer tijd. De badkamer is wat vervuild. Wanneer ik het badmatje omhoog doe, schrik ik van het ongedierte. Zoveel kleine vliegjes. Ik spoel ze zo goed mogelijk weg en help dan mw. Wanneer zij klaar is en aan haar ontbijt zit, wat zij zelf vergeet te pakken, ga ik toch die badkamer even schoonmaken. Nee het hoort officieel niet bij mijn werk als verpleegkundige, maar de deur dicht trekken en het ongedierte laten groeien kan gewoon niet. Ik ben namelijk wel verantwoordelijk voor haar welzijn en dus geef ik haar zorg op maat, ik vind dat ik het moet schoonmaken. Wanneer ik, later dan gepland, klaar ben is mw. zo dankbaar. Ze huilt en wil mij belonen. Helaas mag ik niks aannemen. Ik stel haar gerust dat ik haar waardering zie en het met liefde heb gedaan.
Ik neem afscheid en ga mijn route vervolgen, dit was pas de eerste cliënt van vandaag en nu al ben ik flink uitgelopen.
Ik vervolg de route en het gaat eigenlijk weer prima. Terwijl een collega naar kantoor is gekomen vanaf haar andere werk lunchen we even samen. Dan gaat de telefoon, een huisarts vraagt om zorg voor een 73 jarige man, die in die week een fiets ongeluk heeft gehad. Het verhaal is onduidelijk en de zorgvraag intens. Om een goed beeld te krijgen beloof ik om de situatie in te gaan schatten. Wanneer ik de partner van dhr telefonisch heb gesproken, dat ik even naar hen toe kom, is zij al dankbaar dat er iets gebeurd.
Bij het echtpaar aangekomen, zie ik twee uitgeputte mensen. Mw heeft diabetes en is rugpatiënt en helpt dhr al vier dagen, ze is op. Dhr ligt in zijn bed en kan zich niet bewegen. Hij heeft pijn en een normaal bed heeft geen papegaai of bedhek om een beetje steun te geven. Om te beginnen luister ik naar het verhaal van dhr. Ondertussen gaan de radertjes volop in de rondte. Ik geef een paar tips om in het huidige bed beter te kunnen bewegen en adviseer een hoog laag bed, een toiletstoel en goede pijnstillers. Dhr en mw gaan akkoord en ik bestel direct de hulpmiddelen. Binnen tien minuten heb ik de bevestiging dat de materialen de volgende dag, zaterdag, gebracht gaan worden. De dankbaarheid van dhr en mw is hartverwarmend. Wanneer ik afscheid neem en de zorg heb toegezegd,
zie ik de opluchting op het gezicht van dhr en mw.
Zo iets simpels en zo'n verschil. Ik ben benieuwd hoe het zal gaan de komende dagen…
Wordt vervolgd..
Lieve groet Mariëlle
Wanneer ik op maandag bij dhr aankom, ligt hij als een koning in zijn hoog laag bed in de woonkamer. Hij maakt een relatief optimistische indruk. Hij slaapt beter, kan goed met het bed omgaan en dit helpt hem om meer te bewegen. HIj is verbaasd en tegelijk blij dat hij er nu zo bij ligt. Ik help hem en hij vertelt hoe het weekend is gegaan met de hulp van mijn collega's. Hij is heel blij dat wij er zijn, het geeft hem weer vertrouwen. Wanneer ik klaar ben en aangeef dat ik een paar dagen weg ben, motiveer ik hem om te blijven bewegen. Hij antwoordt dat hij hoopt dat hij de volgende keer dat wij elkaar zien kan staan.
En zo was het vrijdag, terwijl ik aankom, zie ik hem zitten op de toiletstoel. Hij is super trots, want hij kan nu zelf zijn bed weer uit. Het gaat niet heel soepel nog, maar het gaat. Trots geeft hij aan dat de fysiotherapeut wekelijks komt en dat hij voelt dat hij vooruit gaat. Ik complimenteer dhr met zijn vooruitgang. Ook mw geeft aan het weer aan te kunnen en super blij te zijn met de adviezen en de hulp.
Dhr ziet gelukkig vooruitgang, maar vind dat het langzaam gaat. Door uitleg te geven over het letsel, hersteltijd bij kneuzingen etc, komt er wat meer begrip. Het is een belangrijk onderdeel van het werk als verpleegkundige om advies te geven en informatie te delen.
In de opvolgende zorgmomenten dat ik bij dhr ben gaat het per keer beter. Het is een mooie casus voor onze leerlingen. Hoe kun je omgaan met herstel, revalidatie, hoe voer je motiverende gesprekken enzovoort. De verwachting is dat dhr met een week of zes weer helemaal zelfstandig is en dus geen zorg meer nodig heeft. En dat is het doel, weer helemaal zelfstandig worden.
Het heeft uiteindelijk (maar) vier weken geduurd en toen kon dhr zich weer volledig zelfstandig, nog wel wat traag, verzorgen. Hij was zo blij dat hij en zijn vrouw die weken zoveel steun hadden ontvangen. Beide kijken weer uit naar een positieve toekomst.
Lieve groet Mariëlle
Het is alweer een jaar of vijf geleden. Een vrouw iets ouder dan ik kwam in zorg. Getrouwd, twee studerende kinderen. Mw lag in een bed in de woonkamer. Mw had kanker in haar bekken. Ze was hiervoor in het ziekenhuis onder behandeling en tijdens een controlemoment zeer ongelukkig gevallen. Hierdoor was haar bekken ook nog gebroken op meerdere plaatsen. Het gevolg was, niet meer kunnen lopen, zitten en staan. Mw had enige tijd in het ziekenhuis gelegen, en nadat zij minimaal inspanning kon leveren mocht zij het ziekenhuis verlaten. Zij wilde heel graag naar huis en niet naar een revalidatiecentrum.
En zo kwam zij bij ons in zorg, een lieve zachtaardige vrouw. Waar ik het goed mee kon vinden. We spraken over het gezin, het leven, de zorgen voor pubers en de zorgen voor de toekomst. Meerdere (experimentele) behandelingen volgde. Het bekken herstelde een beetje, waardoor zitten weer mogelijk werd. Hierdoor kon zij korte tijd zitten in een rolstoel. In het begin echt maar een minuut of 10. Dit gaf al zo een goed gevoel, even aan tafel met haar partner leek zo lang geleden.
De prognose was onduidelijk, volgens het ziekenhuis en de artsen kon mw. niet meer beter worden. De tumor in het bekken kon niet worden behandeld zodat hij weg zou gaan. Hoeveel tijd mw. nog had, konden zij ook niet zeggen. Mw was snel tevreden, zolang de pijn maar onder controle was en zij zichzelf steeds meer kon redden, vond zij het leven nog de moeite waard. We spraken over leven en dood, op dat moment was mijn moeder ook ziek, waardoor ik mij kon verplaatsen in de kinderen van mw. Dit zorgde voor mooie intense gesprekken.
Drie jaar geleden was het team waarin ik werkte zo groot, dat wij besloten het team op te splitsen, daardoor raakte deze mw. uit beeld bij mij. Maar vergeten ben ik haar niet.Toen ik mijn diploma haalde, had zij een lieve tekst ingesproken om mij te feliciteren. Ze had een enorme levenslust en levenskracht. De wil om er wat van te maken was erg groot.
En zo zag ik haar kortgeleden in het winkelcentrum, zittend in een rolstoel met haar man. Ze is er nog steeds, ondanks de slechte prognose, wonderen bestaan dus!
Lieve groet, Mariëlle.
Sinds een week of 5 is ze in zorg. Een vrouw jonger dan ik, puberende dochter in huis en zeer betrokken partner. Mw had een zware heupoperatie ondergaan. Mw had door onderliggende aandoening al meerdere operaties ondergaan aan haar knieën en heupen. Een bed in de woonkamer er de eerste 6 weken het been en de heup niet mogen belasten. Partner had zorgverlof gekregen van het werk en deed wat hij kon om mw te helpen.
Omdat ze niet mobiel was, kreeg zij bloedverdunnende medicatie. Dit wordt dagelijks via een injectie toegediend. Vanuit het ziekenhuis had mw dit meegekregen en na 1x oefenen was het de bedoeling dat zij dit zichzelf zou geven. De eerste 10 dagen had zij het zelf gedaan, maar doordat de naalden van de spuit erg stomp zijn, en er steeds meer blauwe plekken en bloedende prikplekken op de buik kwamen was zij behoorlijk van slag aan het raken. Het prikmoment was dan ook steeds meer iets om tegenop te zien. Aangezien partner vrij ernstige visus klachten had, kon hij mw ook niet helpen met het prikken, en belde mw de wijkverpleging om hulp te vragen.
En zo kwamen wij dus de resterende weken voor het toedienen van de medicatie en deed partner overige hulp zoals wassen en aankleden. Naarmate we vaker kwamen, zagen we dat er signalen waren van overbelasting bij de partner. Hij was weer deels aan het werk, deed het huishouden, de boodschappen en zorgde dat mw werd voorzien van eten drinken en hielp hij haar dagelijks met wassen en aankleden en toiletgang. Om de situatie beter in beeld te krijgen en de partner en beetje ademruimte te geven, kwamen wij drie keer per week om de zorg voor mw over te nemen van dhr. Zo ontstond er een vertrouwensband met mw, en leerde we elkaar beter kennen.
Mw vertelde over haar burn-out en depressie en hoe dit weerslag had op haar. De zware heupoperatie en Corona, het was best veel allemaal. Daarbovenop verloor ze ook nog haar baan. Alles bij elkaar maakte dat zij best emotioneel was. Desondanks wilde ze graag echt vooruit. En nadat zij na 6 weken voor controle bij de specialist was geweest, mocht zij langzaam haar been steeds meer gaan belasten. En zo kwam vanmorgen het moment waar zij weken naar uit had gekeken, de trap op naar boven en daar douchen.
Vol enthousiasme begon ik het zorgmoment en keek of alles in gereedheid was gebracht. De douchestoel op de juiste hoogte, matjes weg, alle ruimte om mw veilig naar de badkamer te begeleiden. Het ging voorspoedig en voor ze het wist zat ze onder de warme douchestraal. Overvallen door hevige emoties begon mw te huilen en kon echt even niet stoppen. Door haar even te laten en begrip te hebben voor de situatie, maakten we er een heel speciaal moment van. Mw genoot en was zo blij dat het steeds beter ging met haar. Maar ook het overweldigende gevoel van afhankelijkheid overviel haar. En dan het troostende warme water van de douche, alles maakte een simpele douchebeurt, heel bijzonder.
Geniet van de kleine dingen,
lieve groet Mariëlle.
Het is woensdag, 8:30 als ik bij haar naar binnen stap. Ze slaapt nog, op het bed in de woonkamer. Ik roep goedemorgen, maar krijg geen reactie. Ik loop naar haar toe en raak haar voorzichtig aan. Goedemorgen herhaal ik, ze wordt wakker en kijkt ietwat verdwaasd, is het al zo laat ? vraagt ze.
Ik kom hier al lange tijd, zeker 5 jaar. In het begin kwamen wij bij haar om voor haar partner te zorgen. De man had op dat moment dementie, had hulp nodig met wassen en aankleden, mw was toen eind 80. Een pittige dame, een boerendochter die vroeger hard heeft moeten werken. Later, toen zij getrouwd was met haar grote liefde, kregen zij 6 kinderen. Het echtpaar had een winkel en met veel plezier werkte zij samen. Toen de winkel werd verkocht zijn zij naar hun huidige huis verhuisd. En werd het leven een stukje rustiger. Kinderen groeiden op en kregen zelf weer kinderen, het was altijd gezellig om mw. heen. Mw bleef samen met haar partner achter. Toen dhr na een behoorlijke onrustige periode van veel zorgen overleed, werd het voor mw stil.
Letterlijk stil, haar gehoor was slecht, haar levensdoel van zorgen voor haar man, was weg. We zagen haar steeds minder huishoudelijke taken doen, mw vergat te eten, gewichtsverlies tot gevolg, daardoor ook weer valgevaarlijk. Er werd overleg gepland met familie. Ieder gaf zijn zorgen weer en er werd gesproken over mogelijke oplossingen. Er werd huishoudelijke hulp uitgebreid en wijkzorg ging de zorg uitbreiden. Het idee van dagbesteding werd nog niet enthousiast ontvangen. Familie doet zijn best en zorgt dat mw voldoende boodschappen in huis heeft, hulp komt 2x per week voor het huishouden. Wijkzorg komt voor ondersteuning bij wassen en inname medicatie, tevens zetten wij de maaltijden klaar. Maximaal 4 x per dag komen wij bij mw.
Nu al die jaren later komen wij nog steeds bij deze mw. Mw haar geheugenproblemen zijn erger geworden, vergeet de tijd, vergeet zelf te eten en het niet goed kunnen horen zorgt voor een kwetsbare situatie. Desondanks is mw een tevreden persoon. Wijkzorg werkt nog steeds nauw samen met familie en met elkaar proberen wij de zorg voor mw zo goed mogelijk te faciliteren.
Ook dagbesteding is, na een moeilijk start, van grote waarde voor mw. Ze doet mee waar ze kan en het gezelschap om haar heen doet haar goed. Mw vind het er prettig en gaat makkelijk mee. En het mooiste van zo een dag is voor mw het thuis komen. In haar huis. Waar ze uren over de krant kan doen en zittend aan tafel haar laatste stukje van haar leven leidt. Precies zoals zij dat wil.
Nawoord; de zorg voor deze cliënt heeft jaren geduurd, in de tijdgeest van nu zal dat niet meer op deze manier gedaan kunnen worden. Mw is recent op 100-jarige leeftijd overleden.
Lieve groet Mariëlle
Als dorpsmeisje heb ik het niet zo op Amsterdam. Als tiener kwam ik nog weleens op de Albert Cuyp of in de Jordaan, bij café Nol, maar verder kom ik er liever niet. Totdat ik ging werken in het Corona Team. Dit team was werkzaam in het hele werkgebied van Haarlemmermeer tot Amsterdam Noord. Dus kwam ik terecht in Sloten.
Ik maakte kennis met het echtpaar, al 56 jaar samen, geen kinderen, maar wel een kater. Twee mensen met het hart op de tong en lekker direct. Dhr kwam uit een revalidatiecentrum. Daar was hij geweest om te revalideren na een operatie en tot overmaat van ramp kreeg hij daar het coronavirus. Toen hij eindelijk naar huis mocht, werd het corona-team ingezet om de juiste zorg op te starten en dhr beschermd te verplegen.
Het was zwaar voor dhr echte viel hem zo tegen. Hij kon niet op zijn benen staan, lag op een bed in de woonkamer. Kon zijn urine niet ophouden en voelde zich niets waard. Hij was overmand door verdriet en wanhoop, kwam het ooit nog goed?
Met veel positieve overredingskracht en motiverende gesprekken konden wij als team het verschil maken voor dhr en zijn partner. Wij gaven hulp in de praktische vorm, zoals hulp bij het wassen en aankleden. Tegelijk zorgden we dat er dingen geregeld werden, zoals fysiotherapeut, diëtiste, de juiste middelen voor de incontinentie en drongen aan op bezoek van de huisarts, omdat we dachten dat er een urineweginfectie opspeelden. Dhr en mw voelden zich gehoord en begrepen. De huisarts schreef de juiste medicatie voor en dhr ging zich beter voelen. Hierdoor ging dhr. steeds met stapjes vooruit.
En zo was vanmorgen mijn laatste zorgmoment bij dhr. Voor de tweede keer kon hij vandaag douchen, hij liep zelfs weer naar beneden om de post te halen. Hij gaat met kleine stapjes vooruit, maar hij gaat vooruit. Dus het wordt tijd om dhr over te dragen aan een regulier wijkteam. Onze taak zit er op.
Nadat ik een kop koffie heb gekregen, wat nagepraat en nog even de trouwfoto’s van dhr en mw te hebben gekeken, heb ik met gemengde gevoelens afscheid genomen van het stel. Beide waren geëmotioneerd en dankbaar voor het werk wat wij als team hebben gedaan, we hebben het verschil kunnen maken.
Het was een bijzondere ervaring om aan het begin van de crisis, dit team te starten. Starten zonder dat je weet wat je kan verwachten. Voor nu ga ik weer terug naar mijn eigen team en hopen dat het Corona team niet meer nodig zal zijn. Maar als hetzelfde nodig is dan spring ik er weer met zoveel enthousiasme en meer ervaring in.
Stay safe, wees lief voor elkaar, Mariëlle
Het is november als ze in zorg komt. Een lieve dame van 82 jaar. Ze is gevonden door haar kinderen, nadat ze de telefoon niet heeft opgenomen. Wanneer ze bij haar komen, ligt ze boven op de overloop. In haar blootje in de urine en de ontlasting. Het is inmiddels eind van de ochtend en geen idee hoelang ze er al ligt. De huisarts is erbij geroepen en die geeft aan dat er wijkzorg moet komen. En zo maak ik kennis met mw en haar kinderen.
Ze zijn zich rot geschrokken en een beetje over hun toeren. De praktijkondersteuner wil dat wij direct veel zorg inzetten. Wanneer ik aangeeft dat ons team net gestart is en dus nog niet op volle kracht draait, krijg ik een sneer. Gelukkig hebben we een collega zorgaanbieder die met ons mee wil helpen in deze casus. En zo gaan wij zorg verlenen. Wij twee keer op de dag en zij een keer in de avond. Ondertussen slapen de kinderen om beurten bij mw zodat zij niet alleen is.
De huisarts onderzoekt waar de delier vandaan is gekomen en schrijft een antibiotica kuur voor. Mw heeft van het hele gebeuren weinig weet en is erg op zichzelf. Wanneer de kuur lijkt aan te slaan, de regelmaat erin komt en mw haar natje en droogje krijgt , knapt zij op. Binnen twee weken is ze bijna de oude. Kinderen gaan weer naar huis en zorg gaat naar twee momenten. We helpen mw dagelijks met het innemen van medicatie, het wassen en douchen en motiveren haar tot eten en drinken. Het gaat eigenlijk best goed. Ondertussen vraagt de praktijkondersteuner een WLZ indicatie aan, want de verwachting is dat mw gezien haar diagnose, gemengde dementie, op den duur toch meer zorg nodig gaat hebben.
De zorg verloopt goed en het casemanagement wordt door mij opgepakt. Ik heb prettig contact met mw en de familie . We bedenken een plan voor de toekomst. Weken verstrijken en worden maanden, de situatie lijkt stabiel. En dan is het ineens weer mis. Terwijl ik een zorgmoment bij mw doe, valt mij op dat mw anders is als anders. Mw geeft zelf aan dat ze zich ook niet goed voelt en dat het voelt zoals toen.
Terwijl ik de controles doe en mijn bevindingen doorgeef aan de huisarts, kijk ik naar mw en maak mij zorgen. De huisarts geeft aan het te druk te hebben om op controle te komen. En vraagt of ik de urine van mw kan strippen de dag daarna. Aangezien ik zelf werk, stem ik toe.
Ik bel met dochter en zij geeft aan de dag ervoor ook al iets te hebben opgemerkt bij mw. We hebben allen een vreemd voorgevoel.
Wanneer ik de volgende dag aanbel wordt en niet opengedaan, pak ik de kluissleutel en ga naar binnen. Daar hangt ze half over het bedhek. Ze kijk mij warrig aan, en geeft aan dat het niet goed gaat. De huisarts wordt weer gebeld en ik doe wederom controles en geef weer de (afwijkende) waarden door. De huisarts gaat komen, maar dat wordt wel pas in de middag. Familie wordt weer gebeld zodat mw niet alleen is, want ik moet ook de wijk weer in. Mw leg ik veilig in bed en zodra er iemand in huis is vervolg ik mijn weg.
Wanneer de huisarts in de middag komt, schrikt ook zij en ziet dat mw er inderdaad niet goed aan toe is. Er moet 24 uur iemand bij haar zijn. Mw heeft duidelijk een niet instuur afspraak, dus een ziekenhuisopname is niet aan de orde. De kinderen kunnen eigenlijk ook niet 24 uur aanwezig zijn, op zo'n korte termijn. Dus wordt er gesproken over een crisisplek. Deze plek kan letterlijk door het hele land worden gevonden. Dit is niet gewenst en het verplaatsen van een cliënt met dementie en een delier is niet gewenst.
Thuis in de vertrouwde omgeving, met bekende mensen, medicatie en rust is het allerbeste. Maar ondanks de zzp 5 krijgen we het niet voor elkaar. Nachtzorg is niet mogelijk omdat mw niet terminaal is.Het is een moeilijke en verdrietige situatie.. De andere zorgaanbieder kan ook niets betekenen in verband met grote personeelstekorten. Een spoedplek is het enige advies.
Helaas is dit echt niet gewenst en familie wil ook niet dat mw in Groningen terechtkomt. Na uren bellen met zorgbemiddeling, andere instanties etc krijg ik de mededeling dat mw tussen wal en schip valt. Er is binnen het huidige systeem gewoon geen oplossing. Dat familie moet het zelf oplossen. Ik word er moedeloos en verdrietig van.
De situatie gaat door en we zijn een week verder, mw knapt een beetje op, maar doet niets zonder hulp. Zorg in nabijheid is zeer gewenst. Familie is op en in tranen. Er moet iets gebeuren. Ik ga bellen en mailen met de adressen die ik heb. Ik leg de situatie uit en krijg te horen dat het papierwerk in orde moet zijn en dat er dan mogelijk een plekje beschikbaar komt.
En dan gaat het in een stroomversnelling, ik krijg bericht dat mw eerst wachtende is en de laatste toetsing van ciz vindt plaats. En wanneer dit geregeld is , krijg ik bericht dat er plek is. Familie is blij en opgelucht, zij gaan de kamer inrichten, mw is verdrietig maar ook weer begripvol. Morgen gaat ze verhuizen, ik zal haar zeker nog eens opzoeken.
Ik hoop dat ze haar plekje gaat vinden en nog een paar mooie gezellige jaren gaat meemaken. Ik ga haar missen met al haar wijze lessen.
Dag mw B, het ga je goed.❤️
Lieve groet Mariëlle
Het is de hele week al in het nieuws, we krijgen sneeuw. De verwachting veel sneeuw. Ik zit in een reeks van 6 dagen werken en eigenlijk komt dat best goed uit. Samen met mijn collega bedenken we vrijdag dat we een “nood” planning moeten gaan maken . Je weet het nooit natuurlijk he in Nederland. Maar als er echt 30cm sneeuw valt kunnen wij niet thuis blijven, want zorg gaat door. Wat wij wel kunnen doen is kijken hoe we zo veilig mogelijk en zo min mogelijk heen en weer hoeven tussen cliënten en zorgmomenten.
Gelukkig werken wij in een zelfsturende organisatie en sturen wij echt zelf . Dat betekend dat wij geen externe planners hebben, dus inzicht in logische routes, noodzakelijke zorgtaken en vooral korte lijntjes met mantelzorgers. We gaan dus eerst kijken welke mantelzorgers er in de buurt wonen en eventueel lopend naar de cliënt zouden kunnen gaan. Dan gaan we kijken hoe we zorg op noodzakelijk kunnen zetten. Denk hierbij aan een dag geen steunkousen, medicatie klaarleggen en een belmoment inzetten. Beeld bellen bij cliënten waar het kan. Maaltijden en extra eten en drinken klaarzetten voor cliënten die vergeten te eten. En met hun familie afspreken dat wij minder komen en of zij telefonisch contact willen onderhouden.En natuurlijk cliënten inlichten dat zij mogelijk later worden geholpen, omdat we ons lopend moeten verplaatsen. Dan gaan we aan de slag met de planning, er worden logische routes gemaakt. In dit geval betekend dat dus dat je cliënten in een gebied helpt als je daar bent. Normaal heb je te maken met “wens” tijden of dagbestedingen die vroeg komen, dus rijd je dan vaak heen en weer, nu doen we dat dus niet. Eind van de vrijdagmiddag hebben we alle voorelkaar. Mijn collega en ik werken de komende dagen nog, dus kunnen we nog bijstellen als het nodig is.
De volgende dag valt het allemaal nog mee en ondertussen houden we de weerberichten in de gaten. Het gaat dan toch echt gebeuren. Sneeuw in ons land! Nogmaals lichten we de cliënten in dat de komende dagen de zorg anders zal zijn. Niemand vind het vervelend en mantelzorgers helpen daar waar zij kunnen.
Dan is het zondagmorgen, het is prachtig buiten en terwijl ik van de ene naar de andere cliënt loop, geniet ik van het weer. Het is rustig op straat en het is werkelijk prachtig. De cliënten waar ik kom zijn allemaal even blij dat ze mij zien, maar willen tegelijkertijd eigenlijk niet dat wij ons leven wagen. Collega's die verder weg wonen, vertrekken veel eerder van huis, maar redden het allemaal. Veiligheid voor alles en vooral geen haast, dat is belangrijk. Ff een foto’s met elkaar en dan gaan we aan de slag.
Na de dienst van zondag komen we even op kantoor voor een warme chocolademelk en kijken we terug op een goede dienst. De avonddienst zal het vanavond zwaardere krijgen, want het sneeuwt nog! Morgen nog één dagje en dan een dag vrij.
Op woensdag schrijf ik deze blog en inmiddels zijn de meeste wegen weer beter begaanbaar, en genieten we ook nog van sneeuw. Toch doe ik mijn avonddienst nog maar even met de auto, want liever met vier wielen dan met twee door de gladde straatjes.
Geniet van het mooie weer, de sneeuw, het ijs en van elkaar.
Lieve groet Mariëlle
Hij komt in zorg voor medicatie controle, steeds als wij komen leggen we de medicatie klaar voor de dag en spreken af dat we gaan bellen wanneer hij de pillen moet innemen. Dit gaat een tijdje zo,en de pillen worden niet meer vergeten, dus doordat er geen acute problemen meer zijn gaan we in overleg over tot afsluiten van de zorg. Hij gaat weer uit zorg, want het gaat goed dus kunnen we onze zorg beter gaan geven waar het nodig is.
Een paar maanden later krijgen wij weer een zorgvraag, dhr zijn benen zijn ineens dik en er moet worden gezwachteld. Na een maand of twee kan hij steunkousen aan laten meten. Ondertussen voelt hij zich niet helemaal goed. Ziet geel en heeft moeite met eten. Er wordt een afspraak gemaakt bij de maag , lever en darm- arts helaas duurt dit nog even dus tot die tijd houden we hem extra in de gaten. Hij heeft moeite om op zijn benen te staan, verzorgt zichzelf minder goed. Kinderen maken zich zorgen en vragen om uitbreiding van zorg. Hulp bij douchen en dagelijks inschatten wat de zorgbehoefte is. In tijd van enkele dagen komt hij zijn bed niet meer uit, eet nauwelijks. Er wordt een bed in de kamer geregeld, want ook traplopen gaat niet meer. Kinderen zijn dagelijks aanwezig. De huisarts maakt zich zorgen en na diverse controles, maar ook uitvoerig te hebben gesproken,met dhr en de kinderen, geeft de huisarts aan dat hij dhr terminaal gaat verklaren. Er wordt gedacht aan alvleesklierkanker. De afspraak in het ziekenhuis duurt nog lang en de huisarts denkt dat dhr die tijd niet meer heeft. Dhr. geeft aan tevreden terug te kijken op zijn leven en vooral geen gedoe meer te willen. De terminaal verklaring is dus onderbouwd afgegeven en dit geeft ons de ruimte de zorg te kunnen uitbreiden.
Dhr is bijna jarig, hij heeft er zo naar uitgekeken om dit te vieren met al zijn dierbaren. Alles wordt op alles gezet om dhr. een onvergetelijke verjaardag te laten vieren. Wanneer ik na het weekend bij dhr. ben kan hij nog aangeven dat hij heeft genoten. Tegelijkertijd zie ik een uitgeputte en zieke man. Dhr is blij dat hij het leven nog heeft kunnen vieren en is zeer blij met alle familie en dierbaren om hem heen. Kinderen, kleinkinderen en andere dierbaren zorgen ervoor dat er altijd iemand is, voor de nacht wordt er een nachtzuster ingezet die samen met de familie de nachtzorg doet.
Wanneer ik een aantal dagen achter elkaar zorg verleend heb aan dhr, zie ik dat dhr snel achteruit gaat. Hij heeft pijn, voelt zich angstig en onrustig. Door in gesprek te zijn met dhr en zijn familie zijn wensen duidelijk geworden. Dhr. wil graag zo rustig mogelijk overlijden. Geen euthanasie, wellicht wel palliatieve sedatie. Ik bied aan om te blijven om het gesprek met de huisarts hierover te voeren. Wanneer de huisarts er is bespreken wij de situatie, de huisarts wil eerst alles hebben geprobeerd alvorens dhr. al te sederen. Pijnpleister wordt verhoogd en dhr. krijgt een neusspray tegen de pijn. Familie weet dat zij ons kunnen bellen indien er verandering optreedt. Na dit zorgmoment ga ik naar kantoor, even bij praten met mijn collega's en alles even een plek geven. Wanneer er na de lunch, in paniek gebeld wordt door de kleinzoon van dhr, gaan mijn collega en ik direct naar dhr.
Wanneer mijn collega en ik binnenkomen via de achterdeur, komt er een verschrikkelijke geur ons tegemoet. Terwijl wij naar dhr kijken richting het bed waar hij op ligt, schrikken wij enorm. Er loopt een enorme hoeveelheid lichaamsvocht van het bed en zo op de grond. Het is een verschrikkelijk gezicht en de geur is echt heel erg. We kijken elkaar aan en zonder woorden gaan we direct aan de slag.
Dhr gaat heel snel achteruit, actie moet direct worden ondernomen. Mijn collega zorgt voor de kleinzoon en ik bel de huisarts. Binnen 10 minuten is de huisarts ter plaatse, hij bekijkt de situatie en denkt aan een interne bloeding of scheuring van een tumor. In kort overleg word besloten om de sedatie direct te gaan opstarten. De huisarts gaat naar de praktijk om alle benodigdheden te regelen. Mijn collega en ik gaan zo goed en zo kwaad aan de slag om dhr te verzorgen. Wanneer wij klaar zijn, komt ook de zoon van dhr. weer terug. Hij kan zijn zoon troosten en kalmeren. Mijn collega geeft nog een paar bemoedigende woorden en geeft de kleinzoon een compliment met zijn handelen.
Nadat het plan van de huisarts is doorgesproken, wordt alle familie ingelicht en eind van de middag wordt de sedatie opgestart. Dhr is niet meer wakker geweest en is dezelfde avond in het bijzijn van zijn familie en dierbaren heen gegaan. Zo snel kan het gaan, onvoorspelbaar. Rust zacht bijzondere man.
Lieve groet Mariëlle
Het is dinsdag, vakantie en de studenten zijn vrij. Door ziekte in het team ben ik vandaag alleen aan het werk. Het is een bomvolle route, en aangezien ik zelf ook nog aan het herstellen ben, is het aanpoten. Mijn eerste cliënt is een leuke dame met een dunne darmstoma. Zij heeft alles keurig klaargelegd en terwijl zij op bed ligt , verzorg ik haar stoma. We kletsen over haar leven, de kinderen, haar aandoeningen en haar man. Terwijl wij praten, moet mw lachen, voorheen verzorgde haar man de stoma, voor hij ziek werd, maar dan mocht ze niet praten van hem als hij de stoma verzorgde. En als er iets is wat ik graag doe, zegt ze, is het praten! Wanneer de zorg klaar is rapporteer ik de bijzonderheden en ga naar mijn volgende cliënt.
Terwijl ik naar beneden ga van 10 hoog, kijk ik even of er mail is in de team mail.
Ik vervolg mijn route help twee dames met steunkousen, daarna ga ik naar een dame met ALS. De zorg verloopt langzaam, mw heeft tijd nodig, maar wil graag zoveel mogelijk zelf doen. Ze heeft haar leven alles zelf gedaan, het feit dat ze nu zoveel niet meer kan maakt haar verdrietig. Wanneer ik klaar ben met de zorg neem ik afscheid en vervolg mijn weg.
Een man van 66 met de ziekte van Parkinson. Wanneer ik bij hem ben zie ik dat hij al is aangekleed. Hij heeft een afspraak met de fysiotherapeut, dus heeft hij zichzelf aangekleed. We praten wat over de planning van de dag en ik kijk naar de medicatie en of deze juist is ingenomen. Hij vraagt of ik hem nog even wil scheren en daarna bespreken we de volgende zorgmomenten. Ik schrijf op zijn kalender wanneer we weer komen. Door de parkinson denkt hij langzaam en praat moeilijker. Desondanks heeft hij altijd veel te vertellen. Dan neem ik afscheid en ga verder.
Wanneer Ik wegloop gaat de telefoon. Wanneer ik opneem hoor ik een cliënt vragen waar ik blijf. Doordat ik vandaag alleen werk, worden cliënten wat later geholpen. Wanneer ik zeg onderweg te zijn is cliënt gerustgesteld. Wanneer ik bij mw aankom, verontschuldigt zij zich dat ze heeft gebeld. Onderwijl word ik gebeld door weer een cliënt, die wel ongeduldig is. Wanneer ik zeg er met drie kwartier te zijn reageert ze wat kribbig. Het is nog lang geen middag en ik besluit mij niet te gaan haasten. Mw heeft geen afspraken staan , dus geen reden voor paniek. Ik help de cliënt op weg, zij heeft sinds kort een stoma en wil heel graag zelfstandig worden, dus het is voornamelijk instrueren wat ik doe.
Dan vervolg ik mijn weg, ik bel beneden aan en tref mw nog steeds een beetje kribbig aan. Wanneer ik haar vraag naar de plannen voor vandaag, zegt ze dat ze geen plannen heeft. Ik vraag haar vanwaar dan die haast? Op dat moment lijkt mw. te beseffen dat dat inderdaad niet nodig was. Ik help haar en na een half uur zit zij fris gewassen in de stoel. Waarop ik zeg;, kijkt u eens, het nog steeds ochtend. Ze lacht en geeft aan niet zo te moeten zeuren. We lachen en ik zeg haar gedag.
Zo dan eerst even naar toilet en even wat drinken. Er staan nog vier cliënten op mijn lijstje. Wanneer deze vier heb verzorgt is het ver na lunchtijd. Ik ga naar huis om van daaruit mijn kantoor taken nog uit te voeren. En even wat te eten. Het is allemaal weer gelukt. Koffie pauze niet gehad, op tijd lunchen niet gehad, maar desondanks kijk ik tevreden terug op mijn route. In de middag komen er nieuwe zorg aanvragen welke ik verwerk. Ik ben blij dat volgende week de leerlingen weer terug zijn, dan kunnen we de taken weer verdelen.
Lieve groet Mariëlle
Vandaag start de dag al vroeg; op pad met een collega in een heel ander team in een hele andere omgeving. Een route in een groot buitengebied. We gaan dus met de auto.
We rijden zo’n 10 km naar de eerste cliënt een dame met uitzaaiingen van kanker, ze krijgt dagelijks zorg, namelijk haar kousen aan. Verder kan ze alles nog zelf. Ondertussen monitoren de collega’s mw dagelijks en kunnen zij snel schakelen als de situatie verandert. Mw. is optimistisch en maakt een vrolijke indruk. Het is mooi om te zien dat de collega een hulpmiddel gebruikt, de Doff en Donner. Daar wordt echt nog te weinig meegewerkt bedenk ik me.
We lopen naar haar buurvrouw, een kwetsbare oude dame met geheugenproblematiek. Als mw geholpen is gaan we onderweg naar een cliënt die tijdelijk in zorg is. Mw heeft steunkousen en ook hier wordt gebruik gemaakt van het hulpmiddel Doff en Donner. Zo fijn voor een zorgmedewerker dat een hulpmiddel je echt helpt.
We vervolgen onze weg over smalle weggetjes, we gaan langs bij een oude boer die eigenlijk geen zorg wil, maar uitbehandelde kanker heeft. Dus zorg is wel nodig met het oog op het verloop van zijn ziekte. Het opbouwen van vertrouwen is een doel, hij draagt een korset en wordt geholpen met aantrekken. Het is opvallend te zien, dat dhr het best fijn lijkt te vinden dat er even een gesprek met hem wordt gevoerd.
Verder gaan we naar een cliënt die tijdelijk bij haar dochter logeert en kousen aankrijgt en omdat ik er toch ben kunnen we gelijk de Nefrodrain-pleiser vervangen. Mooi dat mw tijdelijk bij haar dochter kan verblijven. Dat is toch beter dan in een revalidatiekliniek.
Wanneer we bij de volgende cliënt aankomen zie ik in het dijkhuis aan de voorzijde mijn favoriete planten staan, mega grote Hibiscus. Ik zie een echtpaar, ze zitten nog aan het ontbijt. Dhr heeft jaren geleden een hersenbloeding gehad en is zijn zelfstandigheid en initiatief grotendeels kwijt. Dagelijks komt wijkzorg om dhr te helpen met wassen en aankleden, de rest van de dag zorgt zijn echtgenote voor hem, ze is pas 86 ;). Wanneer mijn collega dhr onder de douche helpt, praat ik met mw. over haar veranderde leven, de ziekte van dhr en haar eigen gezondheid. Vol bewondering hang ik aan haar lippen. Ze heeft het best zwaar, maar klaagt niet.
Dan geeft mijn collega aan dat we naar een cliënt gaan met sondevoeding. Een jonge vrouw van 22 jaar, ze heeft een neusmaagsonde. Het meisje worstelt al lange tijd met depressies en eetstoornissen. Terwijl de collega de voeding toedient, kijk ik rond in de kamer. De hulphond zit als grote steun bij haar. Ik zie een boek, het blijkt dat ze dat zelf heeft geschreven. Op het moment dat ik de korte inhoud lees, krijg ik kippenvel. Het boek lijkt mij prachtig, ik ga het bestellen.
De rest van de cliënten woont iets dichterbij elkaar en de zorg die wij bieden varieert van wassen op bed tot een oogdruppel. Het eind van de ochtend komt in zicht en rond 12:30 uur schuiven we aan bij de teamvergadering.
Het was een leuke interessante ochtend. Met een collega die als een vis in het water is in de wijk. Maar wat een grote wijk, veel kilometers. Wat leuk om met een collega van een heel andere wijk mee te lopen en te kijken. Ik kan niet anders zeggen dat iedereen dit zou moeten doen.
Dank voor de openheid lief team. Jullie zijn toppers.
Lieve groet Mariëlle
Sinds twee maanden ben ik binnen de organisatie gediplomeerd casemanager dementie. Naast mijn werk als verpleegkundige, werkbegeleider, or lid, ben ik dus ook casemanager. Het is door deze combinatie dat ik veel input krijg uit de verschillende onderdelen van de organisatie en de behoefte van cliënten en medewerkers hoor en zie.
Door mijn werkzaamheden onder de aandacht te brengen, hoop ik anderen (jou bijvoorbeeld!!) te inspireren. Het vak als verpleegkundige is namelijk zo breed; je kunt jezelf op verschillende terreinen ontwikkelen.
Verder hecht ik er enorm veel waarde aan dat je als verpleegkundige “gehoord en gezien wordt”. Je bent als verpleegkundige de schakel tussen cliënt, diens familie, de huisarts, en het ziekenhuis. Jouw rol is zo groot.
Mooi dat in de CAO nu eindelijk vastgelegd is dat verpleegkundigen meer medezeggenschap moeten hebben.
Het wordt wat mij betreft tijd om op te staan; dat we onszelf als beroepsgroep beter en meer van ons laten horen. De zorg zal veranderen; de combinatie van vergrijzing, toenemende zorgvraag en de krappe arbeidsmarkt leiden ertoe dat er andere keuzes gemaakt zullen moeten worden.
Om zorg te kunnen blijven bieden, moeten wij omdenken, anders gaan zorgen, technologie inzetten etc . Allemaal plannen die klaar liggen. Of je het leuk vindt of niet, dat is niet relevant. We zullen het anders moeten gaan doen.
Wat wel relevant is, is hoe onze beroepsgroep zich profileert als serieuze gesprekspartner. Niet wachten tot het plan wordt uitgerold, maar juist meedenken en je collega's ondersteunen om de ontwikkelingen in de zorg in de dagelijkse praktijk vorm te geven.
Het is aan jou, jij bent aan zet .
Het proces van verandering is er altijd; ook in jouw organisatie. Mijn oproep; maak gebruik van medezeggenschap en ga samen om tafel. Om daarmee te bereiken dat er plannen worden gemaakt MET jou in plaats van dat er besluiten worden genomen OVER jouw werk en de cliënten.
Ga eens op onderzoek hoe het bij jullie is geregeld. En praat mee. Het is belangrijker dan ooit!
Lieve groet Mariëlle
Er is van alles aan de hand in zorgland. Bezuinigingen, arbeidsmarktkrapte, de invloed van zorgverzekeraars, de regels die vrijwel elk jaar veranderen, het is best veel. Zoveel onrust en zoveel te doen. Belangrijk vind ik dat je het nieuws een beetje volgt zodat je op de hoogte bent wat er allemaal staat te gebeuren. Ondertussen ben jij de zorgverlener en verleen jij zorg. Zorg op maat, want dat wordt van je verwacht door onder andere cliënt en zijn of haar naasten. Hoe ga jij dan om met de veranderingen ten opzichte van jouw zorgverlening?
Ik hoor je denken, wat bedoel je nou? Ik zal een voorbeeld geven, stel je komt al jaren bij een oude man, alleen, nooit geleerd om te koken, je komt daar om hem te helpen met het opstarten van de dag en in de middag kom je zijn medicatie aanreiken en een boterham te smeren, in de avond kom je nog een keer om zijn medicatie aan te reiken en zijn wordt in de magnetron te doen. Ondertussen praat je over koetjes en kalfjes en breek je zijn dag. De twee kinderen wonen ver weg en doen op afstand boodschappen en de bankzaken. Kortom, het lijkt best goed geregeld te zijn. Dhr geeft aan heel blij te zijn met die meiden die komen en kijkt uit naar de zorgmomenten.
Mooi toch? Wat gaat er veranderen voor deze meneer? Om te beginnen zullen de zorgmomenten minder worden doordat ze anders worden ingericht. Bijvoorbeeld; de medicatie gaat in een elektronische medicijndispenser, de lunch wordt in de ochtend in de koelkast gezet en er wordt in de middag gebeld door het beeldbelteam om dhr te helpen herinneren aan het nemen van de boterham. Voor de avond regel je warme maaltijden die aan de deur worden bezorgd en zo ben je effectief aan het zorgen. Nee, dit is misschien niet het ideaalbeeld, maar wel het beeld van de toekomst, het is noodzakelijk om anders te gaan kijken naar zorg.
Wie doet wat en wanneer?
Wat hebben we nodig om deze man niet te laten vereenzamen? De meiden van de wijkverpleging? Nee, we hebben iedereen nodig, buren, vrienden, jongeren etc. De maatschappij zal ook zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Dus ook jij zal moeten bedenken wat je kunt doen voor die oude meneer of mevrouw in je straat. Samen kunnen we het verschil maken.
Vijftien jaar geleden schreef ik een stukje in de krant over het sneeuwschuiven bij de voordeur van de oude buren, er is nog steeds weinig veranderd. Maar toch heb ik hoop, door een ieder bewust te maken van wat wij wel kunnen doen en niet alleen maar klagen over wat een ander moet doen, dan maken wij het verschil. Maak jij de (kleine )stap in de andere richting?
De maatschappij, dat ben jij, allemaal kunnen we iets doen voor de ander.
Lieve groet Mariëlle
Een aantal weken geleden kreeg ik via een coach van Wijkzorg zo'n hartverwarmend telefoontje. Het ging over een blog welke ik had geschreven en daar had een collega zich gesteund in gevoeld. Dat op zich is natuurlijk al super. Toen ik doorvroeg op welke manier ik voor steun had gezorgd, vertelde de coach mij het volgende. De collega had aangegeven regelmatig mijn blogs te lezen en dat zij het mooie en treffende verhalen vindt. Maar bij de betreffende blog had ik geschreven dat ik iets spannend vond en onzeker was. Door deze uitlating voelde zij zich gesteund, want ook zij gaf aan soms onzeker te zijn.
Collega’s met wie ik al jaren werk, kennen mij als een doener. Ik vind alles leuk en heb vaak energie voor tien. Ook lijk ik altijd zelfverzekerd en zeker van mijn zaak. Maar niets is minder waar. Ook ik ben zo nu en dan onzeker en weet echt niet alles. Ik heb mijzelf alleen aangeleerd, dat wanneer ik iets spannend vind, ik dit niet aan mijn cliënt laat merken. Ook heb ik geleerd dat een goede voorbereiding van groot belang is. Of het nu gaat om een verpleegtechnische handeling, een familiegesprek of een overleg met meerdere disciplines; voorbereiding is van groot belang. Ook voor ik naar een nieuwe cliënt gaat, lees ik mijzelf in.
Dat alles heb ik geleerd in de negen jaar waarin ik in de zorg werkzaam ben. Tijdens mijn eerste stage als 3 IG’er, heb ik geleerd om te gaan met cliënten, maar werd ik niet kritisch begeleid. Terugkijkend naar mijn opdrachten van toen, schieten de tranen in mijn ogen. Ik was een harde werker en niet op mijn mond gevallen, maar qua opdrachten werd er niet streng beoordeeld. Dit gebeurde pas in het laatste jaar. Wat heb ik mij toen onzeker gevoeld. Ik dacht echt “ik haal nooit mijn diploma”. Door mij open te stellen en mijn emoties en zorgen te delen met mijn begeleiders, heb ik mijn kwetsbaarheid en mijn onzekerheid benoemd. Want achter die stevige zelfverzekerde houding zat ook toen al een heel welwillend persoon, die openstaat voor alle meningen en feedback.
Uiteindelijk heeft het mij inzicht gegeven.
Belangrijke lessen en ik weet nu dat wrijving glans geeft, het was een wijze les en een les om nooit te vergeten. Er wordt - als je eenmaal bent afgestudeerd- zoveel van je verwacht, je moet echt tegen een stootje kunnen. En tegen een stootje kan ik wel degelijk.
Kortom ook al ben je soms onzeker en denk je dat je het niet kan, kop op en ga ervoor. Probeer in alles een waardevolle les te zien.
Lieve groet Mariëlle
Binnen ons team komen wij bij onze cliënten veel verschillende ziektebeelden tegen. Denk bijvoorbeeld aan een vorm van dementie, de ziekte van Parkinson, revalidatie, wondzorg, Ook hebben we cliënten met een tijdelijke zorgvraag voor bijvoorbeeld instructie bij aanleren van omgaan met een stoma of zichzelf injecteren.
Bij alle zorgvragen kijken wij naar de behoefte van de cliënten, maar kijken wij ook naar de mantelzorg en andere naasten. Wie heeft wat nodig? De wijkzorg brengt de situatie in kaart en beziet wat door wie opgepakt kan worden. Er zijn situaties waarbij wij alleen coördinerende rol hebben om andere (praktische) hulp in te schakelen.
Neem bijvoorbeeld de cliënt met de ziekte van Parkinson. Wij kijken naar wat deze cliënt nodig heeft om zich beter te kunnen ontspannen, waardoor zorg verlenen makkelijker gaat. Geen enkele cliënt met Parkinson reageert hetzelfde op medicatie. Er zijn bij ons in de wijk een aantal mannen met deze ziekte, maar allen hebben een andere ziektebeeld. De momenten van “freezing” (bevroren, hierdoor is bewegen of lopen op dat moment onmogelijk) en het niet uit de woorden komen is herkenbaar voor veel Parkinson patiënten. Tijdens de zorg hebben wij ontdekt dat er met behulp van muziek een stukje ontspanning geboden kan worden, waardoor de cliënt zich makkelijker kan bewegen of zich makkelijker verstaanbaar kan maken. Met de tablet is het mogelijk om liedjes van vroeger of van voorkeur van de cliënt op te zetten.
Dit zorgt voor zeer bijzondere momenten tijdens de zorg. In het bijzonder een cliënt die ooit heeft gezongen in een koor en jaren geleden met zijn vrouw op dansen heeft gezeten. Deze cliënt werd door Parkinson enorm geblokkeerd in het lopen, opstaan en spreken.Tijdens de zorg zetten wij de muziek aan en langzaam ging meneer meeneuriën en later ook meezingen. Tijdens het gaan staan vroegen wij meneer om een dans te gaan maken. Hierop kon hij zelfstandig opstaan en walste hij aan de hand mee. Een enorm mooi moment vond ik dat! Zijn partner kwam kijken wat er gebeurde en ik gaf meneer over om vervolgens met zijn vrouw verder te dansen. Mevrouw kreeg tranen in haar ogen en bedankte voor de fijne start van de dag.
Het inzetten van muziek helpt dus echt en wij maken hier dan ook gebruik van en verwerken dit ook in het zorgplan. Ook bij cliënten met dementie is het fijn om gebruik te maken van liedjes van vroeger of zelfs tijdens een douche-moment bij een reguliere cliënt, je zal minder weerstand of angst bij de cliënt gaan zien.
Ik zou zeggen, probeer het uit!
Tot volgende week.
Lieve groet,
Mariëlle
Het is vrijdagmiddag, een huisarts belt om te vragen of wij ruimte hebben om te gaan zorgen voor dhr. X
Dhr. X heeft eergisteren te horen gekregen dat hij ongeneeslijk ziek is, zonder behandelingsmogelijkheden. Er is een levensverwachting van minder dan 6 weken. Mijn collega belt naar dhr. en maakt een afspraak voor de dag erna. Ik ga zelf de intake doen. Zo goed als mogelijk, lees ik mijn in over de aandoening van dhr.
Zaterdagmiddag maak ik kennis met dhr, zijn vrouw en dochter. Dhr is ontroostbaar maar wil ook niets meer. Mw is vooral druk om van alles te regelen. Je wilt koffie of thee toch zuster. ? Mw loopt ongeduldig heen en weer en je kan zien dat ze onrustig is en vooral wat te doen wil hebben. Dochter geeft aan dat de wereld instortte bij de diagnose. Wat nu? Op zo'n moment kijk je waar de behoefte ligt? Is het de praktische kant of een luisterend oor of een arm om je heen. De vragen die komen beantwoord ik zo goed als ik kan. Ook weet ik dat deze vragen nog meerdere keren voorbij gaan komen. De ervaring leert dat in een periode als deze veel vragen over het levenseinde komen en ook over de manier van sterven.
Zo duidelijk mogelijk leg ik uit wat de wijkzorg kan betekenen in deze levensfase. We starten met dagelijks een contactmoment en per keer in te schatten welke zorgvraag er is.
Dhr lijkt het allemaal niet te begrijpen, kan boos en afwijzend reageren. Maar soms krijgt een collega een glimlach. Langzaamaan winnen wij vertrouwen. Familie geeft aan heel blij te zijn met de ondersteuning die wij geven. De zorg wordt uitgebreid en dhr komt al snel op bed te liggen. Familie begint te beseffen dat het eind nadert. Dhr lijkt zich niet meer bewust. Het contact met de huisarts is goed en er zijn korte lijnen. We spreken met elkaar en weten wat we aan elkaar hebben. De wens om thuis te sterven wordt gehoord en binnen 6 weken na diagnose blaast dhr zijn laatste adem uit. Ongelooflijk hoe snel het laatste moment soms gaat.
Twee weken na het overlijden van dhr komt ik mw. tegen, dapper zeg ze dat ze sterk is en het wel gaat redden... 60 jaar getrouwd en al 2 weken alleen.. Ik ga het wel redden...
Veel respect voor deze dappere vrouw .
Liefs Mariëlle
Het is al een aantal jaar geleden, maar nog regelmatig praten wij in ons team over deze man. Een man achter in de 60 was hij, woonde alleen in een rijtjeshuis. Werd in zorg aangemeld door de huisarts. Dhr was tot die tijd altijd verzorgt door broer en schoonzus, maar zij vonden het steeds zwaarder worden. Dhr had sterk verminderende motoriek als gevolg van ernstige tinnitus (oorsuizingen/piepen). Hij was valgevaarlijk, had moeite met ophouden van urine ontlasting, maakte een depressieve indruk en verwaarloosde zichzelf. Dhr was al eerder geopereerd aan de hersenen om de druk te verlichten, maar dit had niet het beoogde resultaat gehaald.
Deze man had een uitgesproken doodswens. Hij kon zo niet meer leven, hij kon niets meer zelfstandig. De huisarts kon hem hierbij niet helpen, dus werd een consult van de levenseindekliniek aangevraagd. Ook zij konden niet op de wens van dhr ingaan, omdat dhr nog een hersenoperatie zou kunnen ondergaan. Maar dat wilde dhr echt niet meer. Meerdere aanvragen zijn er gedaan, maar helaas voor dhr werd hij niet gehoord. Zelf gaf hij aan dat hij er dan zelf wel een eind aan zou maken, maar omdat hij de deur niet uit kon lukte hem dat niet. Dhr was echt wanhopig, omdat ook wij dit niet eerder hadden meegemaakt, wisten wij ook niet zo goed wat we nou moesten.
Doordat dhr steeds vaker hulp nodig had, ook als je net bij hem weg was en dit niet planbare zorg werd, zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe plek om te gaan wonen. Daar waar 24/7 zorg in nabijheid aanwezig is. Dhr is verhuisd en tot op heden staat zijn huis nog leeg.
Steeds vaker hoor je de discussie over het actief beëindigen van een leven bij psychiatrie of bij dementie. Wie bepaalt het einde van je leven? Wanneer mag het wel en wanneer kan het niet? Wat als je alles bij je volle verstand heb vastgelegd, waarom wordt het dan niet uitgevoerd? Het blijft een moeilijk vraagstuk, een leven beëindigen lijkt mij ook niet iets wat je zomaar doet, toch?
Desondanks is het mooi dat het in ons land mogelijk is om deels de regie in handen te hebben over je levenseinde. Wellicht was deze meneer in de tijd van nu wel geholpen.
Lieve groet Mariëlle